NIEUWSBERICHT

Zelfvertrouwen bij kind met diabetes

24 augustus 2018

Zelfvertrouwen extra belangrijk bij kind met diabetes
 

Hoe geef je je kind zelfvertrouwen?

Een kind met diabetes moet stevig in zijn schoenen staan. Om op openbare plekken je insuline toe te dienen of je bloedsuiker te checken, heb je immers wel wat zelfvertrouwen nodig. Want de meeste toeschouwers zullen toch een blik op je werpen. En er misschien zelfs wat over vragen. Of er wat van zeggen. Want de dikke kat van mijn oom zijn buurman heeft ook diabetes.

Het blijkt dan ook dat het zelfvertrouwen van iemand met diabetes in verband staat met zijn of haar glucosewaardes. Dat is wel te verklaren: een goede diabetesregeling vergt veel meten en bijregelen, ook in het openbaar. Kinderen met meer zelfvertrouwen zijn eerder geneigd dit publiekelijk te doen. Met als gevolg een gezondere diabetesregeling.

Hoe zorg je er nou voor dat je als ouder je kind genoeg zelfvertrouwen meegeeft om hier mee om te gaan? Een gouden truc is er natuurlijk niet. Iedereen is anders en elke gezinssituatie is ook anders. Maar wie weet geeft het onderstaande wat richting. Want inmiddels is er heel wat onderzoek gedaan naar het belang van zelfvertrouwen . Zelfvertrouwen wordt gedefinieerd als ‘het vertrouwen in de eigen kracht’. Het geloof dat iemand heeft in zijn of haar eigen kunnen en zich daarmee dus niet snel uit het veld laat slaan. Daarmee hangt het nauw samen met geestelijke veerkracht: het vermogen om snel te herstellen na tegenslag. Ook handig, want een glucosewaarde van 22 terwijl je je stinkende best doet, zou je best een tegenslag kunnen noemen. Zelfvertrouwen krijgt ook in de psychologie (terecht) steeds meer aandacht. Tijd om dat wat bekend is over het ontwikkelen van zelfvertrouwen, te koppelen aan het omgaan met diabetes.

Waarom is dat zelfvertrouwen nou zo belangrijk? In het algemeen geldt dat mensen met zelfvertrouwen veerkrachtiger en weerbaarder zijn. Ze blijken meer succes op sociaal, emotioneel en professioneel vlak te hebben. Mensen met minder zelfvertrouwen gaan uitdagingen liever uit de weg uit angst voor persoonlijk falen of het teleurstellen van anderen. Voor mensen met diabetes blijkt zoals ik al noemde dat zelfvertrouwen in de diabetes (= het vertrouwen dat mensen hebben in het zorgen voor de diabetes) in verband staat met de glucosewaardes: hoe meer diabetes-zelfvertrouwen hoe gunstiger de waardes.

Hoe zorg je er dan voor dat het zelfvertrouwen groeit?

Mensen en vooral kinderen die fouten mogen maken, leren dat dit geen afbreuk doet aan hun persoonlijkheid of talent. Een kwestie van nog een keer proberen en misschien lukt het dan wel (of na de 83ste keer met verandering van tactiek). Fouten mogen maken en het aanmoedigen van nieuwsgierigheid stimuleert de vindingrijkheid en het doorzettingsvermogen van kinderen. Een fout is dan de oorzaak van een minder goede voorbereiding en niet van dom-zijn of hopeloosheid.

Focus op de inzet, niet op het resultaat. Wat hierin dan ook van belang is, is aandacht voor het proces en niet de uitkomst an sich. Het zelfvertrouwen van kinderen (en volwassenen eigenlijk ook) groeit als ze complimenten krijgen over de inzet die ze leveren in plaats van over het resultaat. Helemaal bij diabetes gebeurt het natuurlijk wel eens dat je toch die 22 raakt, ondanks alle bloed, zweet en tranen die dat hadden willen voorkomen. Benoemen dat het kind zijn of haar best heeft gedaan,  motiveert om dat de volgende keer weer of misschien zelfs meer te doen.
Het is dan ook verstandig de inzet die het kind getoond heeft niet te bekritiseren. Dat kan lastig zijn want kinderen doen soms dingen die bij ons de nodige frustratie en dus kritiek opwekken. De gouwe ouwe ‘Wat vind je er zelf van?’ kan dan uitkomst bieden.


Voor het stimuleren van zelfvertrouwen is aanmoediging over het proces dus zinvoller dan beloning van het resultaat. Wat kun je dan zeggen in plaats van ‘Goed gedaan’ als je kind iets doet wat het complimenteren waard is? Of hoe reageer je als je kind een glucosewaarde boven jullie streefwaarde heeft?

Hier een aantal suggesties.


  • Niets zeggen, knikken en je kind observeren. Misschien heeft hij of zij er zelf iets over te vertellen, moedig dat dan aan.
  • Goed dat je gemeten hebt’. Zowel bij een waarde van 6 als 15 is dit een prima opmerking. Als de waarde te hoog is, weet je kind dat immers zelf ook. Je zou kunnen overwegen te vragen wat je kind lichamelijk voelt als hij of zij te hoog of te laag zit. Of vragen ‘Wat kunnen we hiermee?’
  • Vertel hier eens wat over’. Misschien word je verrast door wat je kind zegt.
  • Je ziet er trots uit, klopt dat? Ik ben blij dat je...’ (beschrijf het dat waar je kind trots op is)
  • Beschrijf situatie / gedrag en vraag ‘Hoe is je dat gelukt?’ Bijvoorbeeld ‘Je hebt een bloedsuikerwaarde van 6, hoe heb je dat gedaan?’
  • Dank je wel. Lief dat je…’ Bijvoorbeeld als je kind iets getekend heeft en dat aan je geeft ‘Lief dat je aan me denkt’
  • Beschrijf dat wat je kind doet en zeg ‘Ik waardeer dat je…’ Bijvoorbeeld, ‘De afwasmachine is ingeruimd! Fijn dat je daar tijd voor gemaakt hebt’
  • Je ziet er blij uit! Het is een fijn gevoel om …. Toch?’ Als een kind bijvoorbeeld de handstand aan je laat zien, kun je zeggen dat het fijn is je spieren te gebruiken, de wereld ondersteboven te zien etc.
  • Toen jij …. Had ik…’ ‘Toen jij in dat klimrek begon te klimmen, had ik geen idee hoe hoog je zou komen. Super hoog!’
  • Wat vond je het makkelijkst / moeilijkst aan wat je net gedaan hebt?’
  • Fijn om te zien dat je… Wil je dat…’ Bijvoorbeeld, ‘Fijn om te zien dat je je insuline afstemt op het aantal koolhydraten. Wil je dat ik meereken?’
  • Ik zie dat je…’ Bijvoorbeeld, ‘Ik zie dat je meet voordat je wat te snoepen pakt. Fijn dat je je diabetes serieus neemt.’
  • Hoe ben je op het idee gekomen om…?’
  • Je bent al zo groot geworden. Ik weet nog dat je het moeilijk vond om..  en nu kun je..’ Bijvoorbeeld ‘Dat je het moeilijk vond om zelf te spuiten en nu lukt het je ook op school helemaal zelf.’
  • Een knuffel geven. Fysiek contact zegt soms meer dan woorden. Bovendien zorgt knuffelen ook voor een dosis oxytocine, een hormoon dat er voor zorgt dat mensen zich verbonden voelen met elkaar. En dat is een prettig gevoel.

Wat nog meer?

Behalve complimenteren over het proces en de inzet, zijn er nog andere dingen die ouders kunnen doen om het zelfvertrouwen van hun kind verder te ontwikkelen.

Hoewel het een menselijke behoefte is aardig gevonden te willen worden, hoeft niet iederéén je leuk of aardig te vinden. Als kinderen leren dat het niet altijd uitmaakt wat anderen denken, vinden of zeggen, omdat het niets afdoet aan hun persoon, neemt hun zelfvertrouwen toe.

Het maakt niet uit wat de rest vindt

Kinderen die te veel bezig zijn met wat anderen zouden kunnen denken, vinden de mening van anderen soms belangrijker dan hun eigen mening of zelfs belangrijker dan hun eigen welbevinden als het gaat om bijvoorbeeld het meten of prikken / bolussen. Als vriendschappen tussen kinderen eindigen, kan het helpen als de ouder uitlegt dat mensen soms verschillen en dat het niet erg is om niet met iedereen vrienden te zijn. Liever een paar goede vrienden dan een allemansvriend.

Het zelf vinden van een oplossing

Mensen leren ontzettend veel als ze de gelegenheid krijgen problemen zelf op te lossen. Als ouder is het maar wat verleidelijk om, wanneer je kind ergens mee worstelt, het voor hem of haar op te lossen. Hun zelfvertrouwen groeit echter meer als ze gesteund worden in het zelf vinden van een oplossing. Deze is vaak creatiever dan wij volwassenen vooraf gedacht hadden. Dat kan ook zijn dat ze hun ouders of anderen om hulp vragen. Dan is het samen met het kind zoeken naar een oplossing natuurlijk een prima oplossing.

Tegenslagen horen bij het leven

Ouders willen hun kinderen graag beschermen en een vaak gehoorde opmerking is dat ouders het leed van hun kinderen graag over zouden willen nemen. Helaas is het leven niet altijd eerlijk. Ouders doen er goed aan hun kinderen bij tegenslagen, na dat de eerste emotie er af is, te leren dat het hen weerbaarder maakt. Dit leren kan plaats vinden door een rolmodel voor het kind te zijn. Laat zien dat je als ouder ook de plank wel eens misslaat en hoe je daarmee om gaat. Bovendien, niemand kan succesvol zijn in iets zonder een paar tegenslagen.

Experimenteer

Kinderen zijn creatief en proberen vaak nieuwe dingen uit. Kinderen die door hun ouders worden gestimuleerd in hun creativiteit en nieuwsgierigheid -ondanks dat [ME1] het soms tot een ravage in huis kan leiden- leren te vertrouwen op zichzelf en komen te weten wat ze wel en niet kunnen en leuk vinden. Dit draagt niet alleen bij aan hun zelfvertrouwen maar ook aan hun autonomie.

Ouderlijke zorgen zijn zorgen voor de ouder

Als ouders zich vaak erg zorgen maken over hun kind en dit ook aan hem of haar kenbaar maken, kan het zijn dat het kind denkt dat hij of zij iets niet goed kan of zelfs faalt. Natuurlijk is het zorgeloze bestaan voorbij zodra de diagnose diabetes gesteld wordt, maar dat hoeft het kind in kwestie misschien niet altijd te weten.

Ssstt… Luister

En als laatste een open deur: ouders die actief naar hun kind luisteren en doorvragen als kinderen iets vertellen (hoe irrelevant het soms in de oren van volwassenen ook kan klinken) geven het signaal dat het kind serieus genomen wordt. Een boost voor het zelfvertrouwen. Een vraag die ouders hierbij kunnen stellen is ‘Wil je er verder nog iets over kwijt?’

Uiteraard blijven diabetes en alles wat er bij komt kijken flinke uitdagingen, voor zowel de persoon met diabetes als voor zijn of haar directe omgeving. Een gezonde dosis zelfvertrouwen helpt om in lastige situaties het hoofd boven water te houden.


Referenties

Apter, T. (2012). The Confident Child: Raising Children to Believe in Themselves. W. W. Norton & Company, London, UK.

Carr, A.(2006). The Handbook of Child and Adolescent Clinical Psychology. A Contextual Approach, Routledge, London, UK.

Eilander, M., De Wit, M., Rotteveel, .J, Snoek, F.J. (2015). Low Self-Confidence and Diabetes Mismanagement in Youth with Type 1 Diabetes Mediate the Relationship between Behavioral Problems and Elevated HbA1c. Journal of Diabetes Research, 501: 681421.

Hilliard ME, Hagger V, Hendrieckx C, et al. (2017). Strengths, risk factors, and resilient outcomes in adolescents with type 1 diabetes: results from Diabetes MILES Youth–Australia. Diabetes care, dc162688.

Kohn, A. (2006). Unconditional Parenting. Moving from Rewards and Punishments to Love and Reason, Atria Books, New York, USA.

Pickhardt, C. & Premack, R. (2018).  How to raise a confident child? Interview Business insider.


 
Zelfvertrouwen bij kind met diabetes