opvoeden

Een kind met diabetes opvoeden: ga er maar aan staan!

Daar kun je soms best wat hulp bij gebruiken. Daarom deze  waardevolle adviezen van dr. Minke Eilander, orthopedagoog.
 

Download de opvoedtips hier

Download hier de tipsheet met 15 vragen die je als ouder van een kind met type 1 diabetes helpen bij het opvoeden.

Tipsheet ouder van een kind met diabetes  
Tipsheets opvoeden kind met type 1 diabetes (143,9 KB)

 

Opvoedstijl kan diabetesregeling ondersteunen

Kinderen die opgevoed worden door liefdevolle en betrokken ouders, zitten lekkerder in hun vel en plukken hier ook op latere leeftijd de vruchten van.

Het zogenaamde autoritatieve ouderschap, wat zich kenmerkt door het geven van vrijheid, redelijke grenzen, uitleg, begrip, warmte, sensitiviteit (de signalen van kinderen herkennen) en responsiviteit (op die signalen reageren), blijkt niet alleen goed voor de algemene ontwikkeling van kinderen.

Kinderen met diabetes type 1 hebben betere bloedsuikerwaardes als hun ouders ze op deze wijze opvoeden

Hoe zit dat? Voor je eigen diabetes of voor de diabetes van je kind zorgen, is ontzettend hard werken. En dat terwijl jullie beiden niet om de diabetes hebben gevraagd. Een warm gezinsklimaat zorgt ervoor dat tegenvallende bloedsuikerwaardes op een positieve manier worden opgevangen. Noch het kind, noch de ouder heeft er wat aan als deze waardes als persoonlijk falen worden gezien. De bloedsuikerwaardes zijn geen uitkomstmaat voor goed of slecht presteren.

Uit bezorgdheid gebeurt het nogal eens dat ouders hun kinderen beschuldigen over minder gunstige waardes, wat er toe leidt dat kinderen wel twee keer nadenken voordat ze iets vertellen over hun diabeteswaardes, of gemotiveerd raken zelf voor hun diabetes te zorgen. Daardoor ze hun bloedsuiker minder gaan meten of minder vaak insuline spuiten / bolussen. Met name in de puberteit is dit voor veel ouders een bron van zorg. 

Tiener

Het afzetten tegen ouders is typisch pubergedrag en tijdens de puberteit ook heel gezond (en irritant voor de ouders). Hierdoor ontdekken tieners wie ze zijn als individu, waar grenzen liggen en wat ze belangrijk vinden in het leven. Maar de diabetes maakt dit net even complexer. Want wat bij een normale tiener normaal pubergedrag is (voor de zoveelste keer te laat thuis komen na een bezoek aan vrienden), kan bij een puber met diabetes een reëel risico met zich mee brengen (voor de zoveelste keer tijdens een bezoek aan vrienden de diabetestaken niet uitvoeren).

Gedachtes over diabetescomplicaties zorgen bij het ouderlijk brein voor overuren. Het tienerbrein daarentegen is, slechts in geringe mate bezig met de consequenties van hoge bloedsuikerwaardes. Hun hersenen zijn simpelweg nog niet uitgegroeid en kunnen daarom de consequenties over langere tijd niet goed overzien. De gevolgen van slechte zelfzorg over 10 jaar? Als ze morgen een voldoende halen voor een proefwerk, is het mooi zat.

Dus?

Elk kind is anders, elke ouder is anders en elke diabetesbehandeling ook. Daarom zal het per situatie verschillen wat de beste manier is om de opvoeding met diabetes aan te vliegen.

Wel weten we dat een gunstig gezinsklimaat helpt, waarin fouten gemaakt en besproken mogen worden. Acceptatie en begrip van de ouder motiveert kinderen om voor hun diabetes te zorgen. De wijze waarop de ouders met de diabetes omgaan, is een voorbeeld voor hoe de kinderen dat (later) zelf gaan doen. Om goed voor jezelf en dus de diabetes te zorgen, helpt het als de diabetes niet iets is wat gehaat wordt.

Hoe kan je voor iets willen zorgen als je er zo’n hekel aan hebt? Te veel focussen op negatieve aspecten helpt niet om de diabetes uiteindelijk een plekje te geven. In elke nieuwe situatie kan de diabetes voor roet in het eten gooien: op school, op vakantie, bij vrienden, tijdens sport, in relaties. En telkens opnieuw zal er een balans gevonden moeten worden tussen het hebben van een leuk leven enerzijds en het uitvoeren van diabetestaken anderzijds. Dat gaat makkelijker als de omgeving op een positieve wijze reageert op de diabetes. Het zelfvertrouwen neemt daardoor toe waardoor het makkelijker is -in het openbaar- te spuiten of te prikken.

Maar positief blijven is makkelijker gezegd dan gedaan. Ouderlijke somberheid en stress kunnen het lastig maken begripvol en positief te zijn.

Goed voor jezelf zorgen als ouder is daarom ontzettend belangrijk.

Maar ouders zetten zichzelf vaak op de laatste plek als het om de gezondheid van hun kinderen gaat. Eerst de kinderen, dan zijzelf. Dat kan echter tot gevolg hebben dat ouders uitgeput raken en eerder kritisch en geïrriteerd dan ondersteunend zijn. Betrokkenheid wordt bemoeizorg. En daar komt ruzie van. Tieners kunnen daardoor hun bloedsuikerwaardes gaan verzwijgen of überhaupt vermijden te meten. Een situatie die dus averechts kan uitpakken. Soms helpt het te denken ‘alles wat aandacht krijgt, groeit’. Dit geldt voor de negatieve dingen, maar ook zeker voor de dingen die wel goed gaan. Bloedsuiker weer hoog? Toch gemeten! Goed gedaan. Een hoge waarde is een signaal van het lijf dat het insuline nodig heeft en geen persoonlijk falen. Insuline gespoten of gebolust? Ook weer gedaan!

Broertjes en zusjes

Diabetes heeft ook invloed op het leven van andere gezinsleden. Broers en zussen (of broertjes en zusjes) kunnen zich zorgen maken over de gezondheid van hun broer of zus met diabetes, ze kunnen angsten hebben over bijvoorbeeld naalden of besmetting van diabetes, ze gaan misschien anders met eten en snoepen om, en ze kunnen soms het idee hebben dat de broer of zus met diabetes meer aandacht krijgt dan zij. Deze gedachtes en gevoelens beïnvloeden hun welbevinden.

Ouders maken zich dan ook geregeld zorgen over de diabetes in relatie tot andere gezinsleden. Broers en zussen betrekken in de diabeteszorg is geen verkeerd plan, het kan ze het gevoel geven belangrijk te zijn. Bovendien helpt informatie over de diabetes om de ziekte beter te plaatsen en betrokkenheid kan ook de zelfzorg van het kind met diabetes stimuleren. Over de diabetes praten is een goed idee. Misschien komen broers en zussen zelf met oplossingen voor dingen die ze moeilijk vinden. Veel ouders geven aan dat de band tussen hun kinderen is versterkt door de diabetes. Afhankelijk van de leeftijd van de broers en zussen neemt de betrokkenheid andere vormen aan. Betrokkenheid is echter wat anders dan verantwoordelijkheid. Open communiceren met de broers en zussen is daarom ook belangrijk zodat ze kunnen aangeven wat ze moeilijk vinden en juist prettig.

Er is nog niet veel onderzoek gedaan naar het welbevinden van broers en zussen van kinderen met diabetes type 1. Ondanks dat het hebben van een gezinslid met diabetes hun leven beïnvloedt, gebeurt het weinig dat de diabetes hen in hun ontwikkeling belemmert. De meeste ouders zorgen er voor dat ze genoeg tijd en aandacht aan hun andere kinderen besteden en dat broers en zussen zo min mogelijk last hebben van de diabetes, wat een aardige uitdaging kan zijn!

Petje af!

Elke dag voor de diabetes zorgen is voor ouders en kinderen zeker niet makkelijk en het gaat (helaas) ook niet vanzelf. Door successen te vieren houden ouders en kinderen het een beetje leuk. Bezorgdheid, kritiek en ruzie zijn onvermijdelijk. Weten waar die bezorgdheid vandaan komt (namelijk uit liefde) scheelt dat vaak ook al. Inleven in en luisteren naar de ander, humor en relativering kunnen een wereld van verschil maken. Als pedagoog maar ook als ouder heb ik veel bewondering voor ouders en kinderen (en tieners) die het linksom of rechtsom toch maar mooi doen met die diabetes. Petje af!