Honeymoonfase

Honeymoonfase van diabetes

Wittebroodsweken en diabetes, wat hebben die met elkaar te maken? Na de diagnose type 1 diabetes start je met insuline spuiten. Vaak heb je in de periode hierna nog niet zo heel veel insuline nodig en lukt het regelen van je bloedsuikers vrij goed. We noemen dit de honeymoonfase. De naam heeft te maken met het helaas tijdelijke karakter van deze fase.

De insulineproducerende cellen in de alvleesklier maken nog steeds wat insuline aan waardoor alles wat gemakkelijker gaat. Langzaam worden deze laatste cellen echter uitgeschakeld. Daarna heb je meer insuline nodig. We leggen het je graag wat uitgebreider uit en beantwoorden de meestgestelde vragen.

honeymoonfase diabetes

Je gaat zelf weer wat insuline aanmaken

Als je type 1 diabetes  hebt, zijn de insulineproducerende betacellen in je alvleesklier slachtoffer geworden van een aanval van je immuunsysteem. Je gaat daardoor steeds minder insuline maken, uiteindelijk zo weinig dat je ziek wordt en gezondheidsklachten krijgt. Je krijgt veel dorst, moet veel plassen, bent moe en kunt wazig gaan zien.

Bij de diagnose zijn niet alle insulineproducerende cellen omgebracht. Naar schatting is 10 tot 20% nog in leven. Die cellen kunnen de productie niet aan, waardoor je een tekort aan insuline krijgt met alle gevolgen van dien.

Je zult dus insuline moeten gaan spuiten. Daardoor krijgen de overgebleven, uitgeputte cellen wat ruimte om te herstellen. Ze komen een beetje bij en gaan wat meer insuline maken. Zoveel zelfs, dat je merkt dat je minder insuline moet gaan spuiten omdat je steeds lage bloedsuikers hebt. Je spuit alleen insuline bij om veel te hoge of lage glucosewaardes te voorkomen.

Deze fase kent relatief weinig diabetesproblemen, het is een onbezorgdere periode. Vandaar de naam: honeymoon. 

In onze livestream van 30 maart 2022 gaan dr. Dick Mul en diabetesverpleegkundige Nienke Waalwijk in op de honeymoonfase en beantwoorden zij vragen. 

 

Hoe lang duurt de honeymoon?

Helaas is de fase tijdelijk. Langzaam verdwijnen ook de laatste insulineproducerende cellen en ben je voor je insulinevoorziening helemaal afhankelijk van het toedienen via injectie of pomp. Hoe lang dit duurt varieert sterk en heeft te maken met hoe jouw lichaam heeft gereageerd qua afweersysteem. In het algemeen geldt dat hoe ouder je bent bij diagnose, hoe langzamer type 1 diabetes zich ontwikkelt.  Daardoor zijn er volwasssenen die na diagnose soms wel meer dan een jaar in de honeymoon verkeren. Bij tieners duurt het korter, van een paar weken tot een paar maanden.  Bij kinderen onder de zes jaar zien we eigenlijk nooit een honeymoon. Bij hen heeft de ziekte zich daarvoor te snel ontwikkeld.

Krijgt iedereen een honeymoon?

Niet alleen bij kinderen onder de zes jaar, maar ook bij oudere kinderen en volwassenen komt het voor dat er niet tot nauwelijks een honeymoonfase is. Er zijn een aantal risicofactoren die lijken te kunnen voorspellen of je wel of niet een honeymoonfase zult doormaken.

Behalve jonge leeftijd wordt een ketoacidose bij de diagnose als risicofactor gezien voor het niet doormaken van de honeymoonfase.

Is het mogelijk om de honeymoon te verlengen?

Er is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het behouden van de laatste insulineproducerende betacellen. We weten namelijk dat als je een beetje van die eigen insuline behoudt, dit veel waard is voor de toekomst.  

Helaas is er nog geen enkele behandeling gevonden die langere tijd resultaat geeft en de cellen langdurig weet te beschermen. Het langste periode dat dit gelukt is was 6 maanden. Uiteindelijk sterven ook de laatste overgebleven insulineproducerende cellen af en ben je aangewezen op het toedienen van insuline via pomp of spuit.

De wetenschap is nog steeds op zoek naar de oplossing die ervoor zorgt dat die betacellen beschermd blijven. Wat we wel weten is dat als de cellen wat rust krijgen doordat er van buitenaf insuline in het lichaam komt, dit goed is voor hun levensduur.

Honeymoon: hoe langer hoe beter

We weten dus dat als je de bloedsuikers vanaf het begin zo goed mogelijk regelt, dat een gunstig effect heeft op de nog overlevende cellen. Deze houden het dan langer vol om nog zelf wat insuline te produceren, waardoor je glucoseregeling beter gaat.

We zien dat mensen bij wie de honeymoonfase langer duurt, later ook een betere glucoseregeling hebben. Dus met andere woorden: hoe beter je je bloedsuikers in het begin weet te regelen, hoe langer de honeymoon kan duren en hoe meer dat effect lijkt te heben op je latere diabetesregeling.

Wanneer merk je dat je echt uit de honeymoonfase bent?

Langzaam merk je dat je hogere bloedsuikers krijgt bij dezelfde hoeveelheid insuline. Je hebt dus steeds meer insuline nodig om je bloedsuikers te verlagen. De eigen insuline wordt dan steeds minder aangemaakt en draagt niet meer bij aan de glucoseregeling. Steeds meer raak je geheel afhankelijk van de insuline die je inbrengt via pomp of spuit. 

Kun je tijdens de honeymoonfase al een insulinepomp gebruiken?

Ja, dit kan zeker. Ook in de honeymoonfase kun je al prima een insulinepomp gebruiken. In deze periode kun je net iets gemakkelijker alle handelingen leren.