NIEUWSBERICHT
Tijd om wakker te schrikken
Waarom een technische oplossing voor type 1 diabetes hard nodig is
Dr. Henk-Jan Aanstoot, kinderarts
Diabeter
"The beginning of the end of fingersticks' ~ In 10 jaar tijd zal iemand met type 1 diabetes minstens 20.000 keer in zijn/haar vingers prikken om een bloedglucosewaarde te meten. Hoe onmisbaar het vingerprikken ook geweest is in het management van deze ziekte, het vormt een barrière voor een optimaal en op een individu aangepast management van diabetes,.. en ook voor hun welzijn"
Song, Steinhubel, Topol, The Lancet 2018, 392:21 July doi.org/10.1016/S0140-6736(18)31576-9
Dit is het begin van een artikel in 'The Lancet', een toonaangevend medisch-wetenschappelijk weekblad. Het geeft goed weer dat vingerprikken een 'must' was, maar ook een belasting.
Heeft u al getekend?
Momenteel loopt de petitie om te tekenen voor 'De glucosesensor is geen gadget, maar bittere noodzaak'. Ik ben het geheel met die stelling eens en heb ook getekend als 'professional' die vooral met type 1 diabetes (T1D) bezig is. Ik vind het belangrijk om hier te vertellen waarom ik dat vind. Dat heeft natuurlijk met deze stelling te maken die ook duidelijk aangeeft dat het bij sensoren (RT-CGM en Flash) niet om 'gemak' gaat, maar om het, zonder significante barrières, kunnen bereiken van een adequate behandeling van een ernstige ziekte. En tussen twee haakjes… dat aantal van 20.000 haalt een kind (waar 10x per dag meten vaak normaal is) al in ruim 5 jaar…) Het gaat trouwens niet alleen om type 1 diabetes. Mensen met andere vormen van diabetes die met regelingsproblemen te maken hebben of ook insuline nodig hebben zouden om vergelijkbare redenen in aanmerking moeten komen voor sensorgebruik. Waar in dit stuk 'type 1 diabetes (T1D) staat kun je ook MODY, monogenetische diabetes CF gerelateerde diabetes, type 2 diabetes lezen zeker als daarbij insuline moet worden gebruikt.
Meer metingen werkt!
We weten al tientallen jaren dat een goede glucoseregeling problemen in het 'nu' en de 'toekomst' bij mensen met type 1 diabetes voorkomt (1). En we weten ook een tiental jaren dat vaker per dag meten tot een betere glucoseregeling leidt (2-8). (Tussen twee haakjes… de huidige richtlijn adviseert tenminste 6 tot 10 keer per dag meten en noemt het voordeel van meer bloedsuikerwaardes bij gebruik van een sensor (9)).Daarnaast is er een een directe relatie tussen de kans op acute- en chronische complicaties en de tijd die je buiten de 3,9-10 mmol/l zit (time-in-range, TIR) (10).
Natuurlijk is niet elke nieuwe techniek direct voor iedereen de beste en meest geschikte oplossing, maar ik zal in dit stuk laten zien waarom we ons met elkaar zoveel als mogelijk is moeten inzetten op een betere uitkomst van type 1 diabetes. En daarbij zal blijken dat veel meten de norm moet zijn en de glucosesensor daardoor inderdaad GEEN gadget is maar NOODZAAK. En bovendien dat dit voor IEDEREEN geldt!
Voor wie met type 1 diabetes deze sensor van belang is? Voor iedereen!
Het lijkt dus logisch dat als veel meten van groot belang is en nu de techniek eindelijk zover is dat we op een acceptabele manier continue of vele keren per dag kunnen meten, we deze techniek volop gaan gebruiken. Waarbij we en passant ook de nachtwaardes meten zonder wakker te moeten worden!
Maar dat is niet het geval. Waar in landen om ons heen de wetenschappelijke bewijsvoering en de bijkomende voordelen voldoende bleken voor een grootschalige invoering, met inmiddels grootschalig succes, is het bizar dat in Nederland deze bewijsvoering en voordelen als onvoldoende wordt gezien. Gevolg: deze techniek is niet voor iedereen beschikbaar of moet zelfs weer gestopt moet worden. Kinderen kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van FGM-sensoren. Maar op je 18e verjaardag vervalt die mogelijkheid. (Tussen twee haakjes,… wat zou u er van vinden om na één jaar succesvol autorijden de veiligheidsriem te moeten inleveren of de airbag inactiveren?).
Nu horen we uit het onderzoek van Prof. Henk Bilo en anderen dat de in andere landen getrokken conclusies ook hier worden bevestigd. Als we echt ellende, leed, kosten en complicaties nu en later door type 1 diabetes willen voorkomen is gebruik van glucosesensoren (in welke vorm dan ook) en het omarmen en breed inzetten van nieuwe technologische oplossingen voor type 1 diabetes de beste investering en ook de veiligste. De discussie voor wie met type 1 diabetes deze sensor van belang is, doet daarbij mijns inziens niet ter zake: het nut van veel metingen geldt voor iedereen.
Heeft u al getekend? Zo niet ga naar de site en teken vandaag nog!
(Tussen twee haakjes:… nu hebben we het nog vaak over FGM (Flash Glucose Measurement, de Libre, de swipe-methode) en RT-CGM (Real-Time Continuous Glucose Measurement). Maar met de technische ontwikkelingen (Libre 2, Dexcom G7, etc) is er binnenkort waarschijnlijk geen verschil meer en zijn dat allemaal min of meer RT-CGM. Ze genereren allemaal continue gegevens en laten die zien. Belangrijker worden andere aspecten van een sensor als precisie, levensduur, grootte en vooral of en hoe je de sensor combineert met je insulinetoediening (smart pomp/smartpen). En hoe je die toepast in de communicatie met je behandelteam.
Nu en later
Een goede regeling van de glucosewaarde is belangrijk voor nu en later. In het 'nu' zit dat als volgt: type 1 diabetes is een lastige ziekte die continue aanpassingen vereist. Niet zoals bij sommige ziektes een pil nemen en dan weer een tijdje niets hoeven doen ('fire and forget.')… Het ontbreken van de natuurlijke glucosesensor maakt dat je vele keren per dag moet aanpassen, opletten, meten, ingrijpen, stoppen met wat je doet, eten als je niet wilt, het toch weer anders doen, etc etc.(Tussen twee haakjes, dit vergeten we vaak, maar de betacel maakt niet alleen insuline! Ook daar zit altijd al een sensor in die per seconde de glucose regelt! Type 1 diabetes is dus niet alleen een probleem van een absoluut insulinetekort maar ook van een absoluut sensortekort!
Dat is moeilijk en lastig. En het niet doen heeft direct gevolgen: te hoog en te laag beïnvloeden je concentratie, je gedrag, je prestaties, je slaap, je humeur, je leven. Gevolg is dat deze ziekte ook een forse psychologische en psychosociale belasting geeft: bij Diabeter gaf 30% van de ouders van kinderen met type 1 diabetes (basisschool) aan dat ze minder moesten gaan werken. Een aantal moest zelfs stoppen. Studies laten zien dat problemen met angsten (met name voor ernstige hypo's, complicaties e.d.), depressies en andere psychologisch en psychosomatische aandoeningen vaak voorkomen (11, 12). Verder is verzuim van school of werk verhoogd, wisselen mensen met type 1 diabetes vaker (onvrijwillig) van baan en hebben ze, zelfs in westerse landen, een lager inkomen dan hun identiek opgeleide leeftijdsgenoten (13-18).
Van nu naar later: de uitkomsten van type 1 diabetes zijn onvoldoende
Er zijn naast de hierboven gegeven redenen rond het 'nu' ook belangrijke redenen rond 'later'. In tegenstelling tot wat nogal wat mensen denken, is type 1 diabetes een zeer ernstige ziekte waarvan de uitkomsten op lange termijn nog onvoldoende zijn. Slechts één op de drie haalt bijvoorbeeld een glucoseregeling (uitgedrukt in HbA1c) die hen in de veilige zone brengt voor complicaties (19). Geen leuk nieuws wat hieronder volgt, maar harde feiten. Of je nu mens met diabetes, behandelaar, (farma/technologie)industriemedewerker of verzekeraar bent: Kijk naar de cijfers en zie dat een sensor slechts een eerste stap is voor veel mensen naar een betere behandeling, een technische oplossing en naar uiteindelijk een toekomst zonder complicaties.
Bij het leven hoort de dood, maar liever niet te snel of door type 1 diabetes
Veroudering is onontkoombaar en treft iedereen. Door alle vooruitgang kunnen we nu al ruim tachtig jaar worden. De kunst van lang leven (met of zonder type 1 diabetes is om te zorgen dat je niet te snel van binnen veroudert. Dat kunnen wij mensen namelijk, versneld verouderen, door bijvoorbeeld te roken, een hoge bloeddruk of overgewicht te hebben, te veel te zitten ('het nieuwe roken') of door te veel 'slecht vet' of te veel glucose in je bloed hebben. Veroudering gaat, als je deze factoren hebt (en zeker bij een combinatie ervan) gewoon stukken sneller en dat levert oude en gammele bloedvaten op. En dat geeft wat we complicaties noemen: vaatproblemen van kleine vaten in organen (nier, netvlies/oog, zenuwen: microvasculair) en vaatproblemen in hart en grote vaten (met infarcten, beroertes, amputaties tot gevolg: macrovasculair).
Versneld verouderen = eerder dood
Een onvoldoende glucoseregeling is dus een manier om versneld te verouderen en kans te lopen op deze complicaties. Sinds 1993 weten we 'officieel' dat bij type 1 diabetes de mate van glucoseregeling de kans op complicaties, en daarmee ook vervroegde veroudering, ziekte en dood, sterk bepaalt. Hoe beter de regeling, hoe minder complicaties en hoe gezonder je oud wordt. Maar het is moeilijk, zo niet onmogelijk om, wat de betacel in de alvleesklier per seconde kan sturen, met een beperkt aantal (4,6,8,10,..) metingen en momenten per dag precies zo na te doen. Dat is enorm veel werk, waar ondanks de grote inzet van mensen met diabetes lang niet altijd de juiste glucoseregeling uit komt. Het gevolg is dat lang niet iedereen die gewenste glucoseregeling kan bereiken, met alle risico's van dien. Terwijl we de ellendige uitkomsten die je hieronder leest, grotendeels kunnen inperken door een betere glucoseregeling en een betere behandeling.
Type 1 diabetes: helaas harde feiten…..
- Type 1 diabetes neemt nog steeds toe in aantallen en impact: In Europese landen stijgt het aantal patiënten met z'n 3-5% per jaar (20). Wereldwijd zijn er 1 miljoen kinderen en jongeren (0 tot 20 jaar) met type 1 diabetes, geen onbelangrijke aandoening, met een grote impact op leven, leed en kosten.
- Bij onvoldoende regeling van je type 1 diabetes zal je gemiddeld 12 jaar korter leven en de laatste jaren met complicaties. Ernstige en levensbedreigende complicaties zijn vooral hart- en vaatziektes en nierfalen. Deze kunnen 10-30 jaar na de diagnose gaan optreden (21, 22). Mensen met type 1 diabetes hebben daardoor een kortere levensverwachting ten opzichte ven de rest van de bevolking (23-25). In de periode 1995-2005 was dat zo'n 12 jaar gemiddeld korter leven met daarvoor complicaties en verbonden problemen.
- Hoe jonger je bent bij de diagnose hoe korter je leven kan worden. Recent toonden gegevens uit Zweden (26), een land met vergelijkbare diabeteszorg als Nederland, dat over de periode 1998-2012 de levensverwachting van kinderen die op jonge leeftijd type 1 diabetes ontwikkelden (< 10 jaar oud) 16 jaar korter was. Sinds 2012 zijn er verbeteringen, maar we zijn er nog niet.
- Psychologische effecten: Hoe complex de behandeling in het dagelijks leven ook nu nog is zie je niet alleen aan het veelvuldig voorkomen van psychologische en psychosociale problemen die met de aandoening gepaard gaan (11, 27, 28) en de impact op het leven als hierboven bij het 'nu' genoemd.
- Betere zorg noodzakelijk! Diverse studies laten zien dat in de meeste westerse landen slechts een derde van de jongeren en volwassenen de doelstelling haalt om een HbA1c onder de 7.5% /58 mmol/mol(kinderen) of 7.0% /54 mmol/mol te halen (19). En nu zijn die doelstellingen om hieronder verder genoemde redenen ook nog verscherpt naar 7.0 (54 mmol/mol) en 6.5% (48 mmol/mol). Gelukkig zien we verbeteringen plaatsvinden en in Zweden, Duitsland en ook onze eigen Diabeter data zien we nu meer dan 50% van de mensen het doel halen (19, 29).
- Hart- en vaatziektes: type 1 diabetes is helaas 'hofleverancier' voor hart en vaatziektes als hartinfarcten, beroertes en vaatproblemen aan de benen (met amputaties tot gevolg). De kans hierop is 4 tot 10x zo groot als in de bevolking: gemiddeld 4x (30), maar bij langdurig slechte regeling (HbA1c langdurig > 9% > 75 mmol/mol) 10x vaker (31). Bij een optimale regeling (HbA1c < 7.0 < 53 mmol/mol) blijft die kans verhoogd, mogelijk door het effect van schommelingen (31). In vergelijking met type 2 diabetes (1.2-1.4 x vaker dan in bevolking) zijn verbeteringen daarin nog grotendeels uitgebleven (32, 33).
- Slecht voor het brein: naast de effecten van schommelingen en hoge/lage glucosewaardes op het brein in het 'nu', zijn langdurig hoge glucosewaardes ook geassocieerd met een grotere kans op dementie later in het leven (34).
De ziekte eist zo zijn tol. En dat terwijl eigenlijk iedereen met type 1 diabetes zijn best doet en het beste wil. Maar de complexiteit en onzekerheden in de behandeling leveren frequent frustraties op, vooral ook door dat wat je geleerd hebt en wat je toepast lang niet altijd klopt, uitkomst of werkt. Of doordat de behandelingen of de begeleiding simpelweg nog tekort schieten. Dan kan het een behoorlijke opgave zijn om de motivatie om dag in dag uit voor altijd een goede glucoseregeling te zorgen.
Dat kan alleen met het juiste gereedschap (techniek) (Tussen twee haakjes:…ophouden svp met die achterlijke term hulpmiddelen… je kunt echt niet zonder deze zaken of moeten we weer naar de uitkookbare insulinespuit?!) , maar daarvoor is ook andere diabeteszorg nodig. Natuurlijk, je bepaalt als mens met diabetes en behandelaar gezamenlijk over welke stappen voor jou, wanneer en hoe het beste zijn. Maar gebruik daartoe (aan beide kanten van de tafel) wel alle gegevens.
Continue glucosemetingen als eerste stap naar een oplossing
Dit zijn ernstige feiten. Willen we daar wat aan doen en de uitkomst verbeteren dan is het eerste recept daarvoor klaar: de patiënt in de gelegenheid stellen meer metingen te gebruiken. Natuurlijk, dat werkt alleen als je met die metingen ook wat doet; je glucoseregeling aanpassen, trends gaan herkennen, insuline aanpassen etc, dus moet de de zorg voor die patiënten ook aanpassen. Dus geen bezoek per drie maanden, maar 'cloudcare' zoals wij dat noemen: afspraken over wanneer wie naar welke gegevens kijkt en hoe. Kan ik het zelf? Heb ik m'n team nodig? Welke stap is nu slim? Afspreken r wanneer langskomen nuttig is, afspraken over hoe bepaalde onderwerpen weer opnieuw of uitgebreider (educatief) moeten worden besproken, etc. Dat is nu exact waar sensortechniek komt helpen. Meer getallen is meer weten en meer weten (dus meten) leidt tot een betere glucoseregeling.
Maar kan iedereen daar wel wat mee, met al die techniek?
Velen, maar niet iedereen, staan nu in de rij voor een glucosesensor. Uit andere landen waar dit al 2 tot 4 jaar de gebruikelijke behandeling is, weten we dat in de eerste twee jaar meer dan tweederde over gaat naar Flash Glucose Monitoring en RT-CGM en dat percentage neemt daarna verder toe. In Duitsland gebruikte vorig jaar de helft van de 300.000 mensen met type 1 diabetes FGM en 15% RT-CGM. In Belgie idem. Inmiddels is in deze landen het aantal verkochte glucosestrips op z'n retour ((35). In zowel Duitsland en België zijn ook duidelijke afspraken over wie er niet met een (FGM of RT-CGM) sensor gaat meten (bijvoorbeeld als je minder dan 4 metingen per dag wenst te doen, geen interesse in vaker meten, etc) en welke. Bij de neiging tot het niet voelen aankomen van hypoglycemieën is een sensor met koppeling aan een insulinepomp namelijk te prefereren. Er bestaan ook gestructureerde educatieprogramma's die een positief effect geven op het gebruik en het toepassen (36) en afspraken die kunnen resulteren in het stoppen van de sensor.
Resultaten? Zeker: na eerst in studieverband data die al positief waren, werden vele (>80) onderzoeken gepubliceerd (RT-CGM en FGM) zijn nu ook meer 'real-life' data beschikbaar: lagere HbA1c's, minder opnames, minder ernstige hypo's, betere kwaliteit van leven(7, 37-40) en ook kosteneffectief in meerdere onderzoeken (41-49).
Techniek en diabetes: coproductie
Inmiddels blijkt bij al deze technische ontwikkelingen ook hoe belangrijk de samenwerking tussen patiënten en behandelteam is. Duidelijk wordt dat verdere verandering van de huidige diabeteszorg nodig is voor optimaal gebruik en betaalbaarheid van technologie (50). Met een goede basis-educatie en duidelijke plannen voor gebruik en evt. stoppen is in verschillende landen het gebruik van een sensor (FGM en RT-CGM) onderzocht en nuttig gebleken (39, 51-65). Echter, in landen waar dergelijke technieken niet aan continue zorg en educatie zijn gebonden, zoals de VS, is dat een ander verhaal. Daar heeft onder meer de type 1 diabetes Exchange Network, een samenwerking van vele klinieken, al een aantal jaren onderzoek gedaan over de uitkomst van zorg (HbA1c ) en de rol van techniek daarbij. In de afgelopen meetperiode (2016 en 2018) werd in vergelijking met eerdere jaren een forse toename gezien van gebruik van technische middelen als pomp en sensor. Dat steeg van 6% naar 34%, maar dat ging niet gepaard met een betere diabetesregeling (HbA1c) (66). Opvallend daarbij is echter dat 60-80% van deze techniek gebruikers nooit een upload met gegevens deelden met hun team! Diabeteszorg blijft teamwerk waarin regelmatig contact, op welke manier dan ook, de bouwstenen vormen. Van slimme eHealth tot en met traditionele poli-bezoek, het samen vaststellen van behandeldoelen en de kennis en kunde van patient en team, samenkomend in jaargesprek en shared-decision.
Heb je type 1 diabetes en wil je dr. Aanstoot vragen stellen? Of wil je weten wat Diabeter voor jou kan betekenen?
Kom dan naar onze open avond op 21 mei in Eindhoven.
--> meer info / aanmelden
Techniek stopt niet bij RT-CGM en FGM
Een belangrijk punt is dat de glucosesensor slechts een onderdeel van de behandeling is. Voor de vele data die de sensor geeft, is niet alleen andere goede zorg voor de patient nodig, maar moeten we ook stappen nemen naar een eenvoudiger behandeling. Ook daartoe is IT en techniek de volgende stap. Nu kennen we al een tijdje de combinatie van een pomp die met een sensor 'praat' en kan voorspellen wanneer er een hypoglycemie dreigt te ontstaan. In die situatie stopt de insulinetoevoer tijdelijk (predictive low glucose suspend, PLGS) en wordt een hypo voorkomen. Dit is succesvol toegepast en voorkomt niet alleen veel hypoglycemieën, maar brengt ook een betere regeling. Een regeling met een betere time-in-target en minder fluctuaties) (67-70). Zeer fraai zijn de effecten van een sensor bij (pre)zwangerschap (71, 72), waarover binnenkort een uitvoerige blog.
Sensor EN pomp: de toekomst
Uit steeds meer recent onderzoek komt naar voren dat behandeling met een insulinepomp uiteindelijk een betere regeling en toekomst geeft dan met pen-injecties (66, 73, 74). De logische stap om de insulineafgifte door insulinepomp aan de glucosewaarden die de sensor meet te koppelen is dus al enige tijd gezet met de PLGS-systemen. Maar ook het vervolg is er. Inmiddels is er één pomp (Medtronic, Minimed 670G),maar binnenkort meer (Tandem Control-IQ (75), Insulet (76, 77), Diabeloop (78)) op de markt met een nog verdergaande techniek: hybrid closed loop, afgekort de HCL. Waar de PLGS techniek alleen beschermt tegen hypo's, kan de HCL al grotendeels de glucosewaarde binnen nauwe streefwaarden houden (doelwaarde 6.7 mmol/l, time in range 75-90% van de tijd) in een automatische stand. Deze technologie toont grote verbeteringen in glucoseregeling. Je bereikt er een scherpe regeling zonder hypoglycemieën mee, ook bij kinderen vanaf 4 jaar (79-82). Hybrid closed loop kan met adequate educatie, verwachtingsmanagement en aanpassingen in het diabeteszorgsysteem voor veel mensen een verbetering van de regeling en versimpeling van de behandeling betekenen.
Gehackte insulinepompen
Onder de forse druk die patiënten verenigd in #wearenotwaiting /OpenAPS hebben bereikt (83-85) met hun gehackte insulinepompen, sensoren en door hen gemaakte perfecte software heeft de Amerikaanse overheid (FDA) nu besloten dat pompen, sensoren en software bij voorkeur een certificaat krijgen waarmee hun onderlinge uitwisseling is gegarandeerd om samen te werken. Dergelijke eerste zgn. ACE pompen en iCGM (Sensoren) zijn nu beschikbaar. Over een tijd ontstaat daarmee de mogelijkheid om op maat gemaakte intelligente software te koppelen met de meest geschikte/gewenste pomp of sensor. De sensor lijkt dus ook een 'blijver', de glucosestrip is bijna aan zijn laatste levensfase begonnen. Tijd voor 'happy fingers!
Tussen twee haakjes:…..Type 1 diabetes (en andere vormen) is een ernstige aandoening. 'Een beetje suiker' bestaat niet. En 'iemand met 'zwaar suiker' is slachtoffer van een behandeling die helaas onvoldoende was, door welke reden dan ook.
Met veel wetenschappelijke data, met positieve besluiten in landen om ons heen en met nu Nederlandse wetenschappelijke data die een betere regeling (significante daling HbA1c), minder ernstige hypo's, minder opnames, minder arbeidsuitval, betere kwaliteit van leven laten zien, moet het toch logisch zijn om de sensor voor alle mensen met diabetes te vergoeden.
Immers, de ziekte is ernstig, de gevolgen zijn groot als je onvoldoende mogelijkheden hebt of krijgt om je diabetes te regelen, en de oplossing is daar: meer metingen is meer zien is meer kunnen. Of zoals Cruijff zei: als je goed kijkt , kun je een hoop zien……. De sensor werkt net zo.
Teken als je het daar mee eens bent, zorg voor happy fingers voor een happy future!
Mei 2019, Henk-Jan Aanstoot, kinderarts Diabeter
Over Diabeter:
Wij zijn een gespecialiseerd behandelcentrum voor type 1 diabetes met vestigingen in Rotterdam, Eindhoven, Groningen, Deventer en Schiphol. Onze missie voor onze meer dan 2500 patiënten met diabetes type 1 is: een toekomst zonder diabetescomplicaties. Alles in Diabeter staat in dienst van deze missie: onze gespecialiseerde artsen, onze ehealth, onze 24/7 bereikbaarheid en onze research naar diabetes type 1.
Heb je type 1 diabetes en wil je dr. Aanstoot vragen stellen? Of wil je weten wat Diabeter voor jou kan betekenen?
Kom dan naar onze open avond op 21 mei in Eindhoven.