Penbehandeling

Insuline spuiten met een pen

Type 1 diabetes is een complexe auto-immuunziekte waarbij het lichaam niet langer in staat is om zelf insuline aan te maken, het hormoon dat nodig is om glucose uit het bloed naar de lichaamscellen te transporteren. Insuline moet je dus voortaan zelf toedienen en dat kan via zogenaamde insulinepennen. Ooit waren traditionele insulinespuiten de standaardmethode om insuline toe te dienen, maar met de opkomst van insulinepennen heb je als je type 1 diabetes hebt een handiger en nauwkeurigere manier gekregen om insuline te injecteren. Deze behandelmethode met de insulinepen noemen we ook wel MDI (Multiple Daily Injections).

Insulinepennen

Insulinepennen zijn er in vele soorten en maten. De voorgeschreven insuline door je behandelaar bepaalt voor een deel ook de keuze van de insulinepen.

Insulinepennen  
Er zijn navulbare insulinepennen en wegwerppennen. Ze werken beiden even goed. Insulinepennen en -patronen zijn voor strikt individueel gebruik, dus leen hem niet van je vriend(in) of familielid.

wegwerpinsulinepennen en navulling  

Bij het vergelijken van insulinepennen is het belangrijk te kijken naar het gebruikersgemak en nauwkeurigheid. Er zijn insulinepennen die zich onderscheiden op basis van specifieke kenmerken:

  • Er zijn pennen die 0.5 eenheid of 1 eenheid per stap/klik kunnen geven. Heb je weinig insuline nodig dan is 0,5 eenheid al veel.
  • Sommige pennen hebben een geheugenfunctie (gemakkelijk om te zien of je wel of niet hebt gespoten mocht je het even vergeten zijn). Er zijn ook insulinepennen waarbij de doseerknop niet uitdraait (dit vergemakkelijkt het spuiten als je je handen minder gemakkelijk kunt gebruiken)

Slimme insulinepennen

Niet alleen de ontwikkeling van insulinepompsystemen gaat snel, ook de technologie van de insulinepennen blijft niet achter. Van verschillende fabrikanten komt er been ' slimme' insulinepen op de markt. 

Een slimme insulinepen is een herbruikbare injectiepen die gekoppeld is aan een CGM en een smartphone-app. Door de koppeling met de glucosewaardes van de CGM / FGM, kan een slimme insulinepen nuttige inzichten geven die de behandeling kunnen verbeteren. Bij Diabeter volgen we deze ontwikkelingen op de voet, zodra we meer kunnen melden vind je dat op onze website. 

Pennaalden voor insuline

Spuit je je insuline, dan gebruik je altijd een schone en nieuwe naald. Oude naaldjes kunnen een infectie in de huid veroorzaken en de huid beschadigen, omdat ze door het gebruik stomper worden.

Insulinepennaaldje

De naaldlengte wordt bepaald door de verpleegkundige. Zo zijn ze er van 4 mm tot zelfs wel 8 mm. Het verschil van gebruik is vooral door verschil in subcutaan vet. Een dunnere laag, een korter naaldje.

Waar kun je je insuline spuiten?

Insuline injecteer je in het onderhuids vetweefsel. De insuline wordt vanuit dit vetweefsel geleidelijk opgenomen.  

subcutane spuitplaats insuline

De aanbevolen spuitplaatsen zijn:

  • Bovenbenen
  • Buik
  • Billen

Een van de insulinespuitplaatsen is de buik

Samen met de verpleegkundige kijk je wat de beste plaatsen zijn voor jou om te spuiten. 

Hoe moet je insuline spuiten? 

Instructies hoe je moet spuiten leer je allemaal van de diabetesverpleegkundige. Een goed instructiefilmpje over het spuiten van insuline vind je hier.

Belangrijk zijn de volgende punten:

  • Zorg dat je schone handen en een schone huid hebt
  • Wissel je spuitplaatsen af. Als je vaker op een zelfde plaats spuit, ontstaat er lipohypertrofie: ophoping van vetcellen in de onderhuid door de bijwerking van de insuline. Als je daar regelmatig in spuit doet het wel minder pijn, maar dan wordt de insuline niet gelijkmatig opgenomen. Hierdoor kunnen je glucosewaardes gaan wisselen. De verpleegkundige kijkt om deze reden bij de controle altijd naar je spuitplaatsen
  • Een blauwe plek kan wijzen op te diep spuiten van de insuline. Bloedvaatjes liggen meer richting de spierlaag.
  • Een bult/zwelling direct tijdens/ na het spuiten wijst op te ondiep spuiten van de insuline.