NIEUWSBERICHT

Diabetes door te schoon leven?

09 mei 2016

Onlangs kopte de Telegraaf deze zin op basis van onderzoek in het gezaghebbende tijdschrift Cell.  De onderzoekers bestudeerden de relatie tussen hygiëne en autoimmuunziektes en ontdekten dat hygiëne en met name de invloed die dat heeft op onze darmflora, een belangrijke factor is bij het kunnen krijgen van onder meer type 1 diabetes (T1D).

Als je nu denkt: 'Ben ik te schoon geweest, en heb ik daar mijn type 1 diabetes aan te danken' of:  'Heeft mijn kind type 1 diabetes omdat ik te hygiënisch was?!'  Nee, hygiëne is niet 'de' oorzaak. Maar de darmflora is wel een belangrijke factor. Zowel voor de oorzaak van diabetes als voor het genezen van de afweervergissing van T1D. Diabeter onderzoekt dit ook in het JDRF Biomarker onderzoek. Daarom dit verhaal over een op het eerste gezicht niet zo hygienisch onderwerp… POEP!

Allemaal in het modderbad?

'Mooi zo, ik poets niet meer', 'Tsja, ik zeg altijd al dat twee keer douchen per week genoeg is', 'Heb al altijd al geweten, daarom poets ik zo weinig…'. De eerste reacties op het artikel in de Telegraaf waren spoedig op Twitter te vinden. Maar de reacties geven niet de juiste boodschap weer. T1D komt niet door één oorzaak. Was dat maar waar, dan was de oplossing simpel: Alle zeep, schoonmaakmiddelen en hygiëne-maatregelen de wereld uit! Alle kinderen weer aan de worminfecties! Stop de antibiotica, om te beginnen in Nederland!!! Klinkt leuk, maar dat is levensgevaarlijk: Voor de introductie van antibiotica en met name voor de verbetering van de hygiëne was de kindersterfte hoog en stierven de meeste mensen voor hun 45e jaar! Maar behalve levensgevaarlijk is het ook niet de enige oplossing tegen type 1 diabetes. Naast de rol van je darmflora moet je namelijk een erfelijke vatbaarheid voor type 1 diabetes hebben.  Bovendien gaat het effect in deze studies slechts over de eerste drie jaar van het leven.

Je bent wat je eet…

De darmflora speelt een grote rol bij onze gezondheid. De darm is eigenlijk ons grootste afweerorgaan en het aantal bacteriën dat daar woont overstijgt met gemak het aantal lichaamscellen waar we uit zijn opgebouwd. Er wonen honderden soorten en subsoorten in de darm die in een nauwkeurig samenspel (symbiose) met elkaar leven. Dat samenspel van alle bacteriën (het zgn. microbioom) wordt verstoord door bijvoorbeeld voeding: als je melk drinkt krijg je een andere darmflora dan wanneer je nooit een melkproduct aanraakt. Eet je alleen geraffineerde suikers dan heb je een andere samenstelling van bacteriën dan wanneer je alleen complexe suikers (bijv. zetmeel) eet. Je bent dus wat je eet en dat geldt ook voor je darmflora. Overigens kunnen antibiotica, hoe nodig die soms ook zijn, ook die darmflora nadelig beïnvloeden. Niet voor niets wordt er dan ook hard gewerkt aan de ontwikkeling van probiotica.

Poep: meer dan afval…

Hygiëne en voeding zijn de laatste decennia snel veranderd. Gelijktijdig zien we een toename van autoimmuunziektes en allergieën. Al langer is daarom de hygiënehypothese ontwikkeld die beschrijft dat die hygiëne ook een keerzijde heeft. Je afweer wordt anders getraind. Wassen en poetsen is goed tegen bepaalde bacteriën als stafylokokken en andere huidbewoners, maar minder goed voor de darmflora. Inmiddels is bekend dat sommige bacteriën niet erg goed zijn voor je afweersysteem.  Door producten uit die bacteriën wordt de darm wat te doorlatend ('lek raakt') en laten ze antigenen door. Een voorbeeld dat enige jaren terug door dezelfde onderzoeksgroep werd ontdekt: Ze onderzochten de bewaarde poepmonsters van kinderen die later T1D kregen en vonden dat in vergelijking met hen die geen T1D kregen er veel meer (ongunstige) zogenaamde bacteroides bacteriën waren en een verminderd aantal van (goede) bifidobacteriën. Ook bleek dat 'goede' bacteriën de stof butyraat maakten en zo een bescherming gaven tegen het ontwikkelen van type 1 diabetes. Butyraat is een energiebron voor de bekledingscellen van de darm en zorgt ervoor dat die cellen een goed 'beschermlaag' maken tegen indringers en binnendringende stofjes. Op grond van onder meer deze bevindingen loopt al enige tijd in het AMC onder leiding van Prof Dr. Max van Nieuwdorp een onderzoek naar de beschermende werking van butyraat.  Lees meer op deze pagina van Stichting Eén Diabetes en ook een onderzoek naar 'poep-transplantaties' bij type 1 en type 2 diabetes.

Darmflora van grote invloed op de kans op een autoimmuun ziekte

De onderzoekers maken deel uit van een groot netwerk, de Diabimmune groep, en volgden voor dit onderzoek de ontwikkeling van de darmflora bij 832 kinderen met een gelijke erfelijke vatbaarheid voor autoimmuniteit. Uit elk land (Finland, Rusland en Estland) werden 74 kinderen gekozen die onderling vergelijkbaar waren voor geslacht en leeftijd (totaal 222). Finland heeft sinds decennia een westerse leefstijl, inclusief hygiëne. Finland is daarnaast 'wereldkampioen type 1 diabetes'. Eén op de 120 kinderen krijgt daar T1D voor hun 15e levensjaar. Het komt er 5 tot 7 maal zo vaak voor als in Nederland. In Estland is een westerse leefwijze sinds de val van de muur geïntroduceerd. Daar is nu een snelle toename van T1D te zien. In Karelië, een deelrepubliek van Rusland, die grenst aan Finland is de leefstijl en het voedingspatroon anders en komt veel minder T1D voor. Met dezelfde erfelijke vatbaarheid voor alle 222 kinderen werd eigenlijk een erfelijke factor uitgesloten en kun je naar de 'omgeving' kijken als beïnvloedende factor. 

Van belang is dat in dit onderzoek geen directe verbanden met het ontstaan van type 1 diabetes bij mensen heeft aangetoond. Wel laat dit onderzoek zien dat de darmflora grote invloed heeft op de afweer en de kans op een autoimmuun ziekte. In Finland en Estland hadden kinderen veel meer bacteroides stammen in hun poep. Hun bacteriën produceren een 'nadelige' vorm van lipopolysaccharides (LPS) . Deze nadelige 'versie' uit bacteroides kan de 'scholing' van de afweer negatief beïnvloeden en remmen. In muizenmodellen toonden de onderzoekers dat deze bacteroides-LPS inderdaad autoimmuniteit helpt ontstaan, terwijl LPS uit bijv. E.Coli bacteriën dat niet doet.

Eerder onderzoek

In een eerder onderzoek volgden de onderzoekers vanaf de geboorte tot ongeveer de derde verjaardag 33 kinderen in Finland en Estland met een erfelijke vatbaarheid voor type1 diabetes. Inmiddels hebben vier van deze kinderen T1D gekregen en 7 kinderen hebben auto-antistoffen die een op handen zijnde type 1 diabetes aangeven. Van al deze kinderen waren ook ontlastingsmonsters bewaard.

Er waren meer bijzonderheden: Alle 33 kinderen met deze erfelijke vatbaarheid voor T1D hadden binnen enkele maanden na hun geboorte een op hoofdlijnen (namelijk de samenstelling van alle bacteriën, de zgn. alfa-variatie) vergelijkbaar microbioom (zie in onderstaande figuur naar de rode lijn). Dat veranderde in het tweede levensjaar van hen die later type 1 diabetes kregen (blauwe lijn). Maar naast de samenstelling van het microbioom bleek de stofwisseling ervan wel verschillend bij hen die diabetes kregen. Opvallend is dat het microbioom van kinderen die op weg lijken te zijn naar T1D (zgn. seroconversie voor autoantistoffen, groene lijn) nog niet te onderscheiden zijn van de rest. Er lijkt dus 'iets anders' te zijn dat de 'knop' tot diabetes omzet. Dat is het onderwerp van aanvullend onderzoek in deze unieke groep.

Eerste levensfase van groot belang voor de latere kans op type 1 diabetes

'Diabetes door te schoon leven' is dus niet precies de conclusie. Hygiëne, maar ook voeding beïnvloedt de darmflora. Dat geeft bij jonge kinderen veranderingen die bijdragen aan de kans op T1D. Dit onderzoek laat zien dat de eerste fase van het leven van groot belang is voor de latere kans op T1D. Dat wordt steeds duidelijker.

Verder onderzoek is nodig

Uiteindelijk zal het voorkomen van type 1 diabetes vroeg in het leven moeten plaatsvinden. Maar ook als je al T1D hebt is dit onderzoek van belang. Elke interventie, methode of behandeling om T1D te gaan genezen vereist een 'reset' van het afweersysteem. Misschien is voor zo'n reset ook een andere interactie tussen de darmbacteriën (microbioom) en het afweersysteem nodig. Daarom wordt onder meer gewerkt aan probiotica die in staat zijn om de darmflora blijvend te veranderen (dat is nu nog moeilijk).

JDRF Biomarkers

De beschreven onderzoeken naar de darmbacteriën zijn voor een belangrijk deel in het UMCG gedaan door Prof Dr. Hermie Harmsen. Het UMCG te Groningen is onze partner in het JDRF biomarker-project. Voor dit onderzoeksproject verzamelen we bloed, DNA en gegevens van mensen met minstens 5 jaar T1D. We willen daarin onder andere onderzoeken of mensen met type 1 diabetes die na 10 tot 15 jaar na hun diagnose weer insuline gaan maken een andere darmflora hebben. Ook in ons onderzoek kan een keutel dus meehelpen om een oplossing te vinden. :-)

Voor het JDRF biomarkeronderzoek zijn wij op zoek naar onderzoekskandidaten van 16 jaar of ouder die langer dan vijf jaar type 1 diabetes hebben. Doe mee met dit onderzoek!


Dr. Henk-Jan Aanstoot, arts en onderzoeker bij Diabeter

Diabetes door te schoon leven?